Economie – Wiskunde

 3de graad

Het vak economie wordt vanaf de derde graad opgesplitst in bedrijfsbeleid en algemene economie. Het deelvak bedrijfsbeleid behandelt de aspecten die kaderen binnen het bedrijfsbeleid. Om deze verschillende aspecten van het ondernemen (economische, juridische, boekhoudkundige en ethische) te bestuderen, vertrekken we van de stakeholderstheorie. Volgens deze benadering wordt een bedrijf beschouwd als een netwerk van relaties tussen diverse belangengroepen. Binnen het deelvak algemene economie worden macro-economische verschijnselen geanalyseerd.

Tijdens de lessen wiskunde zal je interessante wiskundige concepten, probleemstellingen en argumentaties bestuderen. Je krijgt boeiende deelvakken zoals algebra, meetkunde, statistiek, analyse en kansrekening. Op het einde van je zesde jaar ben je klaar voor verdere studies in het hoger onderwijs, op zowel professioneel als academisch niveau.

 

Voor welke leerlingen?

  • Geboeid zijn door economie en de actualiteit
  • Zin voor nauwkeurigheid.
  • Je studiehouding moet gericht zijn op het begrijpend studeren van de leerstof. Een goede kennis van wiskunde is een sterk gewaardeerd hulpmiddel.
  • Je bent bereid de nodige tijd te besteden aan je studies. Alleen door elke les te studeren, oefeningen voor te bereiden, taken en verslagen tijdig te maken, je nota’s ordelijk en verzorgd bij te houden maak je een behoorlijke kans om succesvol in de richting wetenschappen te slagen.

 

Wat na de derde graad?

De verdere doorstromingsmogelijkheden na economie zijn zeer uitgebreid.

Professionele Bachelors

Voor de hand liggende keuzes zijn bedrijfsmanagement, sociale sector, gezondheidssector, onderwijs, …

Academische Bachelors

Voor de hand liggende keuzes zijn een managementopleiding, rechten, talen, economische wetenschappen, …

Hoofdvakken

Bedrijfswetenschappen

< aan te vullen >

Wiskunde

Als je in de tweede graad een richting met 5 uur wiskunde hebt gevolgd en hierin wil en mag verdergaan, is het in de derde graad vaak moeilijk kiezen tussen 5 uur en 7 uur. Een leerling die kiest voor 7 uur wiskunde heeft talent voor wiskunde en probleemoplossend denken,  beschouwt wiskunde zowat als een hobby en is bereid om heel wat tijd te investeren in het doorgronden van de leerstof en het maken van oefeningen. In de tweede graad zou je (zeer) mooie cijfers behaald moeten hebben voor wiskunde. De lessen wiskunde vind je aangenaam om bij te wonen en je bent altijd mee. Als er dan toch eens iets is dat je niet snapt, vind je het niet erg om thuis zelf de leerstof te studeren tot je deze begrijpt. In de meeste gevallen slaag je er dan in om in je eentje de stof te doorgronden. Je houdt van raadsels, inzichtsvragen, oefeningen van de wiskunde olympiade, … en bent gebeten om de oplossing te vinden, eureka!

Tot daar het profiel van een leerling die op zijn plaats zit in een richting met 7 uur wiskunde. Maar wat is nu het verschil tussen 5 uur en 7 uur wiskunde?

In de 5u wiskunde is het leerstofpakket minder omvangrijk en minder theoretisch. Het tempo ligt er wat lager en de oefeningen zijn iets gemakkelijker. Richtingen met 5u wiskunde zijn bestemd voor leerlingen die graag wiskunde studeren, maar die in de 2de graad in de richtingen met 5u wiskunde toch soms moeite hadden met het tempo en de moeilijkheidsgraad.

Zin om bij ons te komen studeren?