Latijn – Wiskunde

 3de graad

Latijn-Wiskunde is de richting bij uitstek voor liefhebbers van breintraining en analytisch denken. Binnen het vak Latijn heb je de voorbije vier jaren een stevige basis aan woordenschat en grammatica opgebouwd. In de derde graad zal je die hoofdzakelijk gebruiken bij het bestuderen van poëtische, historische, retorische en juridische teksten. Tijdens de lessen wiskunde zal je interessante wiskundige concepten, probleemstellingen en argumentaties bestuderen. Je krijgt boeiende deelvakken zoals algebra, meetkunde, statistiek, analyse en kansrekening. Op het einde van je zesde jaar ben je klaar voor verdere studies in het hoger onderwijs, op zowel professioneel als academisch niveau.

 

Voor welke leerlingen?

Je kiest voor de studierichting Latijn-wiskunde omdat je:

  • geïnteresseerd bent in taal, cultuur, literatuur en geschiedenis;
  • grammaticale principes snel door hebt en ze ook vlot kan toepassen;
  • een stevige basis wiskunde hebt, de leerstof snel kan begrijpen en verwerken en er dagelijks thuis mee bezig wil zijn;
  • graag wiskundige problemen oplost;
  • interesse vertoont voor het aanleren van vreemde talen;
  • nauwkeurig werkt, inzicht, doorzettingsvermogen en studie-ijver hebt. 

 Wat na de derde graad?

Met Latijn kan je later nog alle richtingen uit in het hoger onderwijs. In deze richting krijg je een degelijk pakket wiskunde. Dan is een keuze voor opleidingen met een sterke component wiskunde ook mogelijk.

Professionele Bachelors

Voor de hand liggende keuzes zijn onderwijs, verpleegkunde, elektronica-ict, landmeting, luchtvaarttechnologie, …

Academische Bachelors

Voor de hand liggende keuzes zijn geschiedenis, geneeskunde, farmaceutische wetenschappen, ingenieurswetenschappen, rechten, biomedische wetenschappen, wiskunde, fysica en sterrenkunde, informatica, industriële wetenschappen, ingenieurswetenschappen, architectuur, …

Hoofdvakken

Latijn

< aan te vullen >

Wiskunde

Als je in de tweede graad een richting met 5 uur wiskunde hebt gevolgd en hierin wil en mag verdergaan, is het in de derde graad vaak moeilijk kiezen tussen 5 uur en 7 uur. Een leerling die kiest voor 7 uur wiskunde heeft talent voor wiskunde en probleemoplossend denken,  beschouwt wiskunde zowat als een hobby en is bereid om heel wat tijd te investeren in het doorgronden van de leerstof en het maken van oefeningen. In de tweede graad zou je (zeer) mooie cijfers behaald moeten hebben voor wiskunde. De lessen wiskunde vind je aangenaam om bij te wonen en je bent altijd mee. Als er dan toch eens iets is dat je niet snapt, vind je het niet erg om thuis zelf de leerstof te studeren tot je deze begrijpt. In de meeste gevallen slaag je er dan in om in je eentje de stof te doorgronden. Je houdt van raadsels, inzichtsvragen, oefeningen van de wiskunde olympiade, … en bent gebeten om de oplossing te vinden, eureka!

Tot daar het profiel van een leerling die op zijn plaats zit in een richting met 7 uur wiskunde. Maar wat is nu het verschil tussen 5 uur en 7 uur wiskunde?

In de 5u wiskunde is het leerstofpakket minder omvangrijk en minder theoretisch. Het tempo ligt er wat lager en de oefeningen zijn iets gemakkelijker. Richtingen met 5u wiskunde zijn bestemd voor leerlingen die graag wiskunde studeren, maar die in de 2de graad in de richtingen met 5u wiskunde toch soms moeite hadden met het tempo en de moeilijkheidsgraad.

Zin om bij ons te komen studeren?